Landelijke Studentenvakbond

Moet ik extra betalen voor excursies, uitjes en (selectie)toetsen?

Extra studiekosten voor ingeschreven studenten

Sinds 1 september 2021 mogen instellingen soms andere bijdragen dan examengelden, het wettelijke collegegeld, instellingscollegegeld en vergoedingen voor premasters bij (aspirant-)studenten in rekening brengen. Bijvoorbeeld de kosten van de inschrijving voor een tentamen ná de reguliere inschrijfperiode en de kosten van het verstrekken van een vervangend getuigschrift of een vervangende verklaring.

Daarnaast kunnen instellingen een eigen bijdrage vragen voor bepaalde onderwijsvoorzieningen. Hiervoor gelden een paar voorwaarden. Het moeten zijn die a) niet redelijkerwijs van het instellingsbestuur zelf gevraagd kunnen worden, b) verband houden met de inschrijving en c) voortvloeien uit de bijzondere aard van de opleiding.

Er mogen echter niet zomaar eigen bijdragen in rekening worden gebracht. Dat mag alleen als het instellingsbestuur hierover nadere regels heeft vastgesteld, samen met de medezeggenschap, in een Reglement Eigen Bijdragen. Het is dus wettelijk verplicht dat het beleid van een bestuur op het gebied van eigen bijdragen in een reglement wordt vastgesteld! 

De volgende randvoorwaarden zijn gesteld voor de eigen bijdrage:

  • De eigen bijdrage betreft kosten voor een practicum (bijv.: veldwerk), onderwijsexcursie of workshop;
  • Die kosten moeten voortvloeien uit de bijzondere aard van de opleiding (bijv.: de reis- en verblijfkosten van een onderwijsexcursie naar Egypte voor de opleiding Egyptologie, of etenswaren voor voedingspractica);
  • De hoogte van de eigen bijdrage mag niet meer zijn dan de daadwerkelijke kosten die zijn gemaakt;
  • De faculteit moet in principe een kosteloos alternatief bieden aan studenten die de eigen bijdrage niet willen betalen, tenzij in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) is vastgelegd dat er écht geen kosteloos alternatief is en de voorziening aantoonbaar essentieel is voor het realiseren van de opleidingsdoelen;
  • Het instellingsbestuur moet zorgen voor financiële ondersteuning van studenten die de eigen bijdrage niet kunnen betalen.

Gratis alternatief voor extra studiekosten

Het is onduidelijk aan welke eisen het kosteloze alternatief moet voldoen wanneer studenten een beprijsde onderwijsvoorziening niet kunnen of willen betalen. Indien je opleiding geen gratis alternatief biedt, zijn de extra gevraagde kosten in principe onwettig. Deze categorie extra kosten is zeer ruim. Denk aan: excursiegeld voor verplichte excursies, kosten voor het inzien van een tentamen, kosten voor de inschrijving van een tentamen, gastcolleges, extra kosten i.v.m. stage etc.

Onderwijsinstellingen mogen wel voorschrijven dat studenten bepaalde studiematerialen, zoals boeken en syllabi moeten aanschaffen. Ze mogen de student niet verplichten om deze af te nemen bij de onderwijsinstelling zelf. Je mag ze dus bijvoorbeeld ook tweedehands kopen als dat een mogelijkheid is. 

In het geval van excursies moet er een vervangende (papieren) opdracht worden geboden of een stage als kosteloos alternatief. Mocht de excursie niet vervangbaar zijn dan mag er alleen een bijdrage worden gevraagd voor de reis- en verblijfkosten van de student.

LET OP: Dit mag alleen in uitzonderlijke gevallen, waarbij het absoluut noodzakelijk is dat de student de excursie volgt. Dit kan bijvoorbeeld zijn voor een excursie naar Egypte in het kader van een studie Egyptologie.

Hieronder hebben wij een lijst opgesteld met zaken waar wel of geen extra bijdrage voor mag worden gevraagd. Dit is afgeleid van een brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

Wanneer mag er géén extra bijdrage voor studiekosten worden gevraagd?

  • Voor het mogen volgen van onderwijs;
  • Toegang en exploitatie tot gebouwen en verzamelingen;
  • Het gebruikmaken van studentenvoorzieningen (zoals studentenpsychologen en computerfaciliteiten);
  • Scriptie- en studiebegeleiding;
  • Administratiekosten ;
  • Uitgifte collegekaarten;
  • Getuigschriften en deurpassen;
  • Matching en voorlichting;
  • Studiegidsen (tenzij deze informatie tevens gratis te verkrijgen is);
  • Mentormiddagen;
  • Het verzorgen van (interactieve) vormen waarmee studenten aan de slag gaan met de studiestof (tenzij dit geen onderdeel is van de opleiding);
  • Deelname aan de studentenraad;
  • Werving van stageplaatsen;
  • Deelname aan tentamens (tenzij niet aan de officieel voorgeschreven inschrijfprocedure is voldaan);
  • Hulpmiddelen voor tentamens.

Wanneer mag er wél een extra bijdrage voor studiekosten worden gevraagd?

  • Het te laat inschrijven voor tentamens (maximaal €20,-);
  • De kosten van boeken, syllabi en (digitale) leermiddelen, materialen en bepaalde kosten verbonden aan practica (bijvoorbeeld een veiligheidsbril en een laboratoriumjas);
  • Festiviteiten;
  • Het fonds studentenbelangen;
  • Het faciliteitenfonds;
  • Gastsprekers;
  • Sportdagen;
  • Koffie, thee en andere kantineproducten;
  • Kopieer- en printkosten;
  • Verzekeringen;
  • Waarborgsommen;
  • Het studentenpastoraat;
  • Deelname aan een summer school;
  • Introductiedagen;
  • Sportfaciliteiten (sportopleidingen uitgezonderd);
  • Sportactiviteiten;
  • Vaarbewijzen (in het geval van Maritieme opleidingen);
  • Vaccinaties voor stageplekken.

Selectiekosten voor aspirant-studenten

Voor je inschrijving aan een opleiding geldt als uitgangspunt dat inschrijving niet afhankelijk mag worden gesteld van een andere geldelijke bijdrage dan het collegegeld. Selectiekosten, kosten die worden gemaakt voor het selectieproces van een opleiding, mogen dus niet doorberekend worden aan de student. In een ministeriële regeling (2021) is vastgelegd dat de volgende kosten wél mogen worden doorberekend: a) de administratiekosten voor het waarderen van een buitenlands diploma van de aspirant-student (maximaal 100 euro), b) de kosten van het toetsen van het taalniveau van de aspirant-student, om te beoordelen of die (met een buitenlands diploma) voldoet aan het minimaal vereiste niveau, en c) de kosten voor het afnemen van een colloquium doctum en andere sufficiëntie- en deficiëntiekosten (dat zijn toetsen die aspirant-studenten kunnen maken als ze niet voldoen aan de vooropleidingseisen of niet in bezit zijn van een diploma dat recht geeft tot toelating). 

Ook de kosten van een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) of van een medische keuring komen voor rekening van de student.

De eigen bijdrage ad a), b) en c), alsook de kwijtschelding ervan als aspirant-studenten die eigen bijdrage niet kunnen betalen, wordt geregeld in het Reglement Eigen Bijdragen van de onderwijsinstelling.

Wat doet de LSVb?

Wij zijn constant in overleg met hogescholen en universiteiten en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Denk jij dat jouw instelling ook onwettige extra kosten van jou vraagt? Neem dan contact met ons op via onze Studentenlijn.

Wil jij de kosten die je moet betalen voor het maken van gestandaardiseerde toetsen als toelatingsvereiste aanvechten? Hieronder vind je een document dat je naar je instelling kunt sturen.

Begeleidende brief instellingen  Begeleidende brief instellingen pdf

Vragen?

Wil je weten wat de Rijksoverheid zegt over extra kosten naast het collegegeld? Kijk dan op de website van de Inspectie van het Onderwijs. Op deze website vind je ook meer informatie over artikel 7.50 van de Wet Hoger Onderwijs, de regeling omtrent andere bijdragen en de toelichting bij deze regeling van de minister van onderwijs. 

Heb je vragen over extra studie- of selectiekosten of een andere vraag over je studie? Neem dan contact op met de Studentenlijn van de LSVb.