Landelijke Studentenvakbond

Tweede editie VVD-LSVb-Onderwijscafé groot succes

Verslag - donderdag 12 februari 2015

Op vrijdag 13 februari waren 75 studenten en beleidsmedewerkers onderwijs getuige van de tweede editie van het VVD-LSVb-Onderwijscafé. In de Eerste Kamer, waar drie weken geleden nog een einde kwam aan de basisbeurs debatteerden 10 experts op onderwijsgebied met de aanwezige belangstellenden.
De aanwezigheid van deze onderwijsprominenten en het enthousiaste publiek maakten dat we deze middag een kwalitatief hoog debat hebben gevoerd. Ondanks de beperkte tijd voor deze belangrijke onderwerpen zijn er deze middag menigen gevormd en bijgesteld dankzij de vlammende betogen van achter het spreekgestoelte. Danzij het stembureau, bemand door bestuurders van Utrechtse Studentenunie VIDIUS werd duidelijk welke sprekers het publiek het beste wisten te overtuigen. Bij zitten en opstaan werd de stand opgemaakt en wisten Roos en Pieter een duidelijke eindstand op te maken.

Internationalisering

Stelling 1: “Het is erg dat studenten naar het buitenland vluchten vanwege het leenstelsel”

Het spits werd afgebeten door Tom Hoven, voorzitter van de LSVb en Sebastiaan den Bak, adjunct-directeur van Neth-ER, de vertegenwoordiger van het Nederlandse kennisveld in Europa. Hoven pleitte dat dankzij het leenstelsel een groot aantal studenten naar het buitenland gejaagd wordt om daar te gaan studeren. Steeds meer studenten maken deze keuze uit een financiële overweging. En dat is zonde want daardoor verliest Nederland waardevolle krachten voor onze kenniseconomie. Den Bak wist daarop het publiek te overtuigen van het nut van een internationale ervaring binnen je studie. Studenten met een stage of opleiding in het buitenland op het CV komen vaak sneller aan een baan dan hun collega’s met heimwee.
Na deze eerste stelling was het publiek opgewarmd. Zij wisten de interruptiemicrofoon vlot te vinden. Met kritische vragen en statements vanuit verschillende hoeken van het onderwijsveld wisten zij de debaters op menig moment uit de tent te lokken.

Vraagfinanciering

Stelling 2: “Vraagfinanciering moet uitgebreid worden naar het hele hoger onderwijs”

Ria van ’t Klooster, directeur van NRTO (koepel voor privaat onderwijs) ging de discussie aan met Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen. Zij slepen de messen op het gebied van vraagfinanciering. Bij deze vorm van bekostiging krijgt de instelling geen geld van de overheid maar neemt de student zelf een blanco cheque mee om onderwijs van te kopen. De heer de Graaf gaf aan dat de private instellingen prima modulair onderwijs aanbieden wat goed aansluit bij de arbeidsmarkt maar maakte duidelijk dat de student voor een volwaardig diploma in de publieke sector moet zijn. Mevrouw van ’t Klooster weerlegde zijn opmerking dat maar 5-10% van de studenten op de private instellingen een diploma haalt met de opmerking dat 80% van de voltijdstudenten afstudeert met een diploma. In tegenstelling tot de 70% die in de publieke sector wordt gehaald. Het debat neigde te verzanden in een discussie over het vraaggestuurde aanbod van opleidingen maar werd gelukkig door het publiek teruggehaald naar de kernvraag: kan er overheidsgeld naar een instelling die niet aan de volledige Wet op het Hoger Onderwijs voldoet? Private instellingen zijn namelijk niet verplicht om bijvoorbeeld een medezeggenschapsraad in te stellen. Ria van ’t Klooster gaf hierop duidelijk aan dat de private instellingen met geen mogelijkheid aan deze volledige wet gaan voldoen.

Bussemaker

Minister Bussemaker schitterde helaas in afwezigheid. “Ze had wat meer voorbereidingstijd nodig,” aldus Jan Anthonie Bruijn, mede-initiatiefnemer en organisator van deze middag. Het gesprek over de strategische agenda wat gepland stond zal daarom zeker later nog plaatsvinden. Gelukkig kwam de agenda gedurende het debat een aantal keren voorbij. In de agenda die dit voorjaar klaar moet zijn zullen vele van de besproken onderwerpen terug te vinden zijn.

Studiekeuze

Stelling 3: “Studiekeuze en matching; de student heeft het laaste woord”

De student heeft het laaste woord Deze stelling werd verrassend genoeg niet alleen door Tim van den Brink (LSVb) verdedigd maar ook Pieter Duisenberg (Tweede Kamerlid VVD) gaf aan voor te zijn. Niet zozeer omdat selectie aan de poort een slecht idee is, de VVD is daar immers groot voorstander van, maar omdat de student in het huidige systeem al niet het laatste woord heeft. “Door alle rendementsmaatregelen wordt de student al door zijn studietijd gejaagd zonder dat hij daarover veel in te brengen heeft” aldus Duisenberg. Het onderwerp maakte veel los bij het publiek en zorgde daarom voor een rij achter de interruptiemicrofoon. Een student weet zelf heel goed wat hij kan en waar hij naartoe wil. “Zelfselectie is de grootste factor in het selecteren aan de poort”, lichtte van den Brink toe. “Als een student gevraagd wordt om een opdracht te doen voor de toelating haakt al 30% af, de minst gemotiveerde studenten vallen daardoor meteen af.”

Accreditatie

Stelling 4: “Met instellingsaccreditatie verlagen we de ervaren lasten van de instellingen”

Op het gebied van accreditatie namen twee zwaargewichten het tegen elkaar op. Rector van de Universiteit Utrecht, Bert van der Zwaan, gaf vanuit zijn rol als bestuurder aan dat de lasten van het huidige accreditatiestelsel onevenredig zijn met de opbrengst ervan. Hij pleitte voor een beter systeem waarin studenten, docenten en bestuurders dagelijks bezig zijn met het controleren van de kwaliteit van het onderwijs. Zo wordt accreditatie een behapbaar proces met minder pieken in de belasting. Anne Flierman, voorzitter van de NVAO (Nederlands Vlaams Accreditatie Orgaan) kon zich hierin vinden. Wat betreft de instellingsaccreditatie benadrukte hij nog maar eens dat de lasten voor de instelling niet minder worden wanneer zij het volledige proces zelf beheren. De zaal ging enthousiast in op de uitnodiging van de heer van der Zwaan om samen na te denken over een ideaal accreditatiestelsel. Voor nu wachten wij de brief van minister Bussemaker af waarin zij haar visie zal geven.

Bachelor-Master (BaMa)

Stelling 5: “Sinds de BaMa is er onvoldoende kennisstapeling”

Oude tijden herleefden toen Loek Hermans, oud minister van Onderwijs en Jurjen van den Bergh, oud vicevoorzitter van de LSVb en tegenwoordig senior adviseur onderwijs bij Kennisland, het spreekgestoelte betraden. “Ik ben blij dat ik na 15 jaar nog even mijn gelijk mag komen halen wat betreft de BaMa”uitte van den Bergh vol passie. In de jaren 90 was de opsplitsing van het hoger onderwijs in een Bachelor en een Master een hot topic. Een betere aansluiting op het onderwijssysteem in de rest van de wereld, was de gedachte achter deze stelselwijziging. Inmiddels kiezen universitaire studenten steeds vaker heel bewust hun vervolgopleiding in de vorm van een master en zijn er ook steeds meer mogelijkheden voor de hbo-student om zich verder te laten scholen. Van den Bergh ziet nu gebeuren wat 15 jaar geleden de grote angst was. “Met masters van 1 of 2 jaar vind je geen verbreding én verdieping in een onderwerp. We geven hogescholen en universiteiten een te ingewikkelde opdracht mee.” Hermans kon het hiermee niet oneens zijn en gaf aan dat de BaMa niet zijn complete uitwerking heeft gehaald. “Toch zie je dat steeds meer studenten aansluiting vinden in het buitenland en dat ook de internationale student de weg naar de Nederlandse master weet te vinden.” Van den Bergh opperde nog een manier om de ‘weeffout’ in de BaMa-structuur recht te trekken met de investeringen die vrijkomen dankzij het leenstelsel. “Met deze extra miljoenen kunnen masters ontwikkeld worden die voldoen aan de oorspronkelijke bedoeling van de BaMa; verbreding, verdieping en educatie in verschillende trajecten.”

Na afloop werd de discussie voortgezet onder het genot van een drankje op het Haagse Plein. Over onderwijs raken wij nooit uitgepraat. Een derde editie van het VVD-LSVb-Onderwijscafé sluiten wij daarom niet uit. Wilt u erbij zijn? Houd deze website in de gaten. Suggesties en tips zijn welkom via lsvb@lsvb.nl