Landelijke Studentenvakbond

Over medezeggenschap

Geschiedenis van de medezeggenschap

Voor 1997 waren Universiteitsraden bestuursorganen van de universiteit. Zij bestonden uit zowel studenten als personeel. De raden namen besluiten over alles wat de universiteit aanging. De wet die beschreef hoe de universiteit bestuurd moest worden, heette toen de WUB: Wet Universitaire Bestuursorganisatie.

In 1997 voerde men een verandering door: de MUB (Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie). Deze maakte van de Universiteitsraad een inspraakorgaan. De reden achter deze verandering was dat de toenmalige regeringspartijen van mening de besluitvorming in Universiteitsraden te traag verliep. De MUB zou het bestuur van een universiteit meer op die van een bedrijf doen lijken. Zo zou men een hoger rendement en hogere winsten kunnen realiseren.

Medezeggenschap

Een universiteit of hogeschool wordt bestuurd door een College van Bestuur (hierna: CvB). Onderwijsinstellingen in Nederland zijn daarnaast verplicht om studenten en medewerkers hebben inspraak in het  beleid, de financiën en (de kwaliteit van) het onderwijs te geven: medezeggenschap. De Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW) vormt de basis voor de Nederlandse medezeggenschapsrechten.

Gedeeld of ongedeeld stelsel van medezeggenschap

Er zijn twee soorten medezeggenschapsstelsels aan te geven: gedeelde en ongedeelde medezeggenschap. Bij gedeelde medezeggenschap zitten de studenten en het personeel in aparte medezeggenschapsorganen. Bij ongedeelde medezeggenschap zitten de studenten en het personeel juist in één orgaan. Beiden hebben hun voor- en nadelen.

Het CvB van zowel universiteiten als hogescholen is bevoegd om een keuze te maken tussen de twee stelsels. De stelsels zijn vaak vastgesteld bij de oprichting van Onderwijsinstellingen. Het gekozen stelsel geldt voor de gehele onderwijsinstelling. Het wijzigen van stelsel komt vrijwel nooit voor.

Medezeggenschap in het hoger onderwijs

Universiteitsraad
De centrale raad op een universiteit wordt vaak de Universiteitsraad genoemd. Deze kan zowel gedeeld als ongedeeld zijn: in een gedeelde raad zitten studenten en docenten los van elkaar, in een ongedeelde raad zitten studenten en docenten samen. Elk jaar (en voor personeel elke twee jaar) worden de leden van de universiteitsraad gekozen door middel van verkiezingen. Deze verkiezingen zijn noodzakelijk om de raad haar democratische legitimiteit te verlenen.

De studenten in de universiteitsraad zijn vaak fulltime met hun raadsfunctie bezig. Dit is ook hard nodig, want zij krijgen in hun jaar met allerlei zaken te maken waar ze inspraak- of adviesrecht op hebben. Daarnaast proberen universiteitsraadsleden ook hun eigen ideeën hoe zij de universiteit kunnen verbeteren te verwezenlijken. De Universiteitsraden kunnen bijvoorbeeld lobbyen voor meer woonruimtes op de Campus, of magnetrons waarin men eten kan opwarmen. Daarnaast zijn de studenten in de Universiteitsraden nog bezig met het contact onderhouden met faculteitsraadsleden, Opleidingscommissies, hun plaatselijke studentenvakbond en natuurlijk hun achterban (studenten): zij zijn immers democratisch verkozen door de studenten.

Faculteitsraad
Elke faculteit op de universiteit kent haar eigen faculteitsraad. Elk jaar worden de leden van deze raad gekozen door middel van verkiezingen. Facultair raadslid zijn, is veelal een parttime functie. Toch moet deze functie niet onderschat worden. In een gemiddeld faculteitsraadsjaar komt van alles voorbij: van Onderwijs- en Examenregeling tot bestuursbeurzen. Ook kun je als faculteitsraadslid te maken krijgen met een bezuiniging op een opleiding, of zelfs je hele faculteit.

Naast het werk dat je als faculteitsraadslid moet doen aangaande stukken die je van je bestuur krijgt, zijn factulteitsraadsleden ook vrij om eigen initiatieven te ontplooien. Ook is het onderhouden van contact met de opleidingscommissies, studieverenigingen en de universiteitsraad van essentieel belang.

Opleidingscommissies (OC’s)

Sinds 1 september 2017 is de Wet Versterking Bestuurskracht van kracht gegaan. Opleidingscommissies zijn met deze wet een officieel en formeel medezeggenschapsorgaan met de bijbehorende rechten. Zo hebben OC’s nu onder andere instemmingsrecht op de OER van de opleiding. Sommige instellingen houden ook verkiezingen voor OC’s. Zowel veel instellingen als de politiek streven ernaar dat iedere instelling hiervoor verkiezingen houden.

Medezeggenschapsverkiezingen

Niet elke student en niet elk personeelslid kan zomaar in een centrale raad/universiteitsraad of deel-/faculteitsraad plaatsnemen. De studenten die op deze positie zetelen hebben namelijk invloed op het reilen en zeilen van hun hogeschool of universiteit. Daarom moeten deze studenten democratisch verkozen worden. Deze verkiezingen kunnen plaatsvinden op persoon of via partijen. De verkiezingen voor Centrale- en Faculteitsraden worden veelal in het voorjaar gehouden, waar de partijen of personen de verschillen duidelijk proberen te maken door middel van standpunten en er vaak kleurrijke campagne’s worden gevoerd. Opleidingscommissies worden vaak aan het begin van het academisch jaar samengesteld, rond oktober.

De wetmatigheden achter deze verkiezing kun je ook terugvinden in de Wet op Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek in artikel 9.31 en 9.37 voor universiteiten en 10.17 voor hogescholen.

Medezeggenschap voor internationale studenten

Voor internationale studenten die in Nederland studeren is het ook mogelijk in de medezeggenschap te gaan. Er zijn echter een aantal aandachtspunten:

Taalbarrière
Vaak wordt er in de medezeggenschap Nederlands gesproken. Helemaal als er alleen Nederlandse medezeggenschappers in de raad zitten. Als er echter internationale studenten in de medezeggenschap zitten, is het van belang afspraken te maken hoe je als raad te werk gaat. Sommige raden besluiten alles in het Engels te doen. Andere raden besluiten het zowel in het Nederlands als in het Engels te doen, door te vertalen. Weer andere raden bieden naast ‘Engels gesproken delen’ in een vergadering een keuze aan internationale medezeggenschappers om tijdens de ‘Nederlands gesproken delen’ wel of niet aanwezig te zijn. Ze kunnen het misschien niet volgen in het Nederlands, maar mogen wel aanwezig blijven.

Verschillende instellingen besteden steeds meer aandacht aan de internationalisering van de medezeggenschap, zodat ook internationale studenten kunnen participeren in een medezeggenschapsorgaan.

Vergoeding
Vaak is er een vergoeding voor studenten in de medezeggenschap. Voor internationale medezeggenschappers is het van belang om op te letten wat er staat rondom het recht op vergoeding. In sommige gevallen zijn de rechten voor Nederlandse en buitenlandse studenten binnen de EU anders dan de rechten voor buitenlandse studenten buiten de EU. Als medezeggenschapsraad heb je inspraak in dit soort documenten, dus wees hier op bedacht en bekijk hoe dit in jouw regeling staat beschreven.

Meer weten?!

Als medezeggenschapper kom je met veel bestuurlijke teksten, wetten en regels in aanraking. Het is daarom goed voor te stellen dat je je in de eerste maanden compleet in het diepe gegooid voelt. Nu kun je op deze website natuurlijk de eerste houvast vinden, maar in het boekje WHWatisdat!? staat de WHW volledig voor studenten beschreven. Hierin kun je terugvinden wat artikelen precies betekenen, hoe je eigen initiatieven moet ontplooien en kun je voorbeelden lezen hoe bijvoorbeeld een OER elders behandeld wordt. Ook staan in dit boekje handige tips over vergaderen, lobbyen en het efficiënt lezen van bestuursvoorstellen. Daarnaast hebben de de OC-wijzer ontwikkeld voor leden van opleidingscommissies. In de OC-wijzer lees je alle tips en trucs die helpen bij het uitvoeren van jouw werkzaamheden.

Medezeggenschapswoordenboek

Er zijn veel termen die gebruikt worden in en met betrekking tot de medezeggenschap. Hieronder vind je een lijst met woorden met de beschrijving erbij. Deze lijst is niet eindig en wordt regelmatig aangevuld. Mis je woorden of heb je zelf toevoegingen? Laat het ons weten! Mail naar lsvb@lsvb.nl.

– Adviesrecht
Dit recht geldt zowel voor centrale als decentrale medezeggenschap. De medezeggenschap wordt met adviesrecht in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over voorgenomen besluiten bij bepaalde zaken, zoals begrotingen.

– Centrale medezeggenschap
Medezeggenschap op instellingsniveau met als gesprekspartner het College van Bestuur.

– Decentrale medezeggenschap
Medezeggenschap op faculteitsniveau met als gesprekspartner het faculteitsbestuur.

– Informatierecht
Het recht wat de (de)centrale medezeggenschap heeft. Hiermee wordt bedoeld dat ze het recht hebben op alle informatie die ze voor hun werkzaamheden nodig hebben, zoals de contextdocumenten bij de begroting of de verschillende documenten die bij de OER horen.

– Initiatiefrecht
Dit recht houdt in dat de (de)centrale medezeggenschap en de opleidingscommissie zelf initiatieven kan ondernemen. Ze hebben immers het recht om alles aangaande de instelling/faculteit/opleiding en het onderwijs te bespreken. Volgens de wet houdt dit recht ook in dat de (de)centrale medezeggenschap punten voor op de agenda mag aandragen voor vergaderingen met het faculteitsbestuur of College van bestuur.

– Instemmingsrecht
Het recht wat de (de)centrale medezeggenschap en OC’s hebben bij bepaalde zaken, zoals bij (herziening van) het Studentenstatuut, de Onderwijs- en Examen Regeling (OER) of fusies.

– Medezeggenschap
De term voor inspraak van studenten en medewerkers van een instelling bij voorgenomen beleid, financiën en (de kwaliteit van) het onderwijs.

– Medezeggenschapsraad
De term voor de groep van studenten en medewerkers in de medezeggenschap.

– OER
OER staat voor Onderwijs- en Examen Regeling. De uitwerking van het onderwijs en de toetsing van een opleiding. Hier hebben in principe de decentrale medezeggenschap en OC’s instemmingsrecht op.

– Opleidingscommissie
Medezeggenschap op opleidingsniveau met als gesprekspartner het opleidingsbestuur of de opleidingsdirecteur.

– Studentenstatuut
Wellicht het belangrijkste document van je instelling. Hierin staat alles bepaald over onderwijs, onderzoek, rechten, plichten en eisen wat studenten aan de instelling aangaat. Vaak verwijzen andere documenten en beleidsvoorstellen naar dit document, omdat dit document de onofficiële grondwet van je universiteit is. Belangrijk dus om het goed te kennen, en om er je voordeel mee te doen. Dit document moet elk jaar opnieuw vastgesteld worden door het College van Bestuur en de Universiteitsraad.

– WHW
De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. Hierin staan de meeste relevante wetten voor universitaire instellingen in Nederland. Voor studenten zijn vaak de bepalingen over medezeggenschap, onderwijs, bekostiging, bestuurlijke inrichting en beroepsprocedures het relevantst. Een belangrijke wet dus!

– WVB
De Wet Versterking Bestuurskracht. Deze wet is sinds 1 september veranderd, en geeft onder andere instemmingsrecht aan Opleidingscommissies over bepaalde artikelen van de OER. Veel onderwijsinstellingen zijn nu bezig met de praktische uitvoering van deze wet. Problemen? Meld het bij het meldpunt WVB.