Een belangrijke waarde van onderwijs is zelfontplooiing. In de uitvoering moet het onderwijs daar dan ook voldoende ruimte voor bieden. Het spreekt voor zich dat het reguliere curriculum van een opleiding voldoende uitdaagt en ondersteuning biedt aan de zelfontplooiing van de student. Daarnaast is de LSVb voor een breder palet aan mogelijkheden tot ontplooiing.
Zo moet er een aanbod van extracurriculaire activiteiten zijn en moeten die activiteiten erkend kunnen worden als een integraal onderdeel van het gevolgde onderwijs. Voor extracurriculaire onderwijsactiviteiten gelden dezelfde waarden en voorwaarden als dat die voor het reguliere onderwijs gelden.
Daarnaast moet er een breed aanbod van culturele activiteiten zijn, zowel op de onderwijsinstelling als in de stad waar die instelling gevestigd is. Er moet voldoende aanbod zijn voor studenten om zich ook op een maatschappelijke manier te ontwikkelen, zodat zij op die manier betrokken raken bij de wereld om hem of haar heen.
Studenten spelen zelf ook een actieve rol in de totstandkoming van deze voorwaarde. Een actief studenten-, bestuurs- en verenigingsleven is daarbij erg belangrijk. Studenten moeten zich binnen studentenorganisaties actief kunnen inzetten en zichzelf ook daar kunnen ontwikkelen en ontplooien.
Studenten kunnen zichzelf pas maximaal ontplooien als ze goed in hun vel zitten. De LSVb is daarom van mening dat onderwijsinstellingen studentenwelzijn hoog in het vaandel moeten hebben staan. Mentale druk onder studenten is een groeiend probleem. Dit remt niet alleen zelfontplooiing, maar maakt het ook moeilijker om de studie succesvol te doorlopen. Daar heeft niemand baat bij. Daarom is het belangrijk dat het ministerie en instellingen samenwerken om inclusief beleid te ontwikkelen waarin er voor iedereen dezelfde ruimte is, en tegelijkertijd plek voor speciale behoeftes.
Deel dit bericht