Studenten staan samen met docenten het dichtst bij het onderwijs: zij zijn de experts. Hun betrokkenheid en zeggenschap bij het ontwerpen en uitvoeren van onderwijsbeleid is dan ook een belangrijke voorwaarde voor goed onderwijs. Daarom is het van belang dat onderwijsinstellingen en wettelijke kaders zo zijn ingericht dat studenten zeggenschap hebben op alle niveaus: op dat van de inrichting van het hoger onderwijs in Nederland, op dat van de onderwijsinstelling en op dat van de faciliteiten tot het onderwijsprogramma. Daarnaast draagt het betrokkenheid en zeggenschap van studenten bij aan een versterking van de checks and balances binnen een instelling.
Betrokkenheid en zeggenschap moet zo dicht mogelijk bij het onderwijs en de student staan. Op die manier zorg je ervoor dat er gesproken wordt over onderwijs daar waar mensen er kennis van hebben. Uitgangspunt is dat het zwaartepunt van betrokkenheid en zeggenschap altijd zo dichtbij mogelijk bij het onderwijs en de studenten ligt, tenzij het hoger moet. Participatie en studentenzeggenschap dragen bij aan de ontwikkeling van het kritisch denkvermogen van de student, en stellen hem of haar er ook toe in staat om te zorgen dat onderwijsinstellingen voldoen aan de waarden die volgens de LSVb nastrevenswaardig zijn.
Deel dit bericht