Landelijke Studentenvakbond

Vraag en antwoord: Wat gebeurt er met je basisbeurs?

Jij hebt jouw basisbeurs moeten inleveren. Dat leverde geld op, heel veel geld. Maar wat is er eigenlijk gebeurd met dat geld? En wat gaat ermee gebeuren? Hierover zijn afspraken gemaakt, de zogenoemde ‘kwaliteitsafspraken‘. De LSVb heeft haar handtekening gezet onder deze afspraken. Wat er precies is afgesproken? Hieronder de antwoorden op jouw vragen!

 

Om welk geld gaat het?

Aan het begin van collegejaar 2015/2016 is het leenstelsel ingevoerd. Iedereen die in dit jaar (of later) is begonnen met studeren krijgt geen basisbeurs meer. De minister van Onderwijs heeft beloofd dat het geld dat hiermee bespaard wordt, opnieuw wordt geïnvesteerd in het onderwijs. Dit bedrag komt neer op ongeveer 800 miljoen euro.

 

Hoe wordt het geld verdeeld over alle hogescholen en universiteiten?

Alle hogescholen en universiteiten krijgen afhankelijk van hun studentenaantal een even groot deel van het geld. Dat is goed nieuws: op deze manier gaat elke student de verbeterde onderwijskwaliteit evenveel merken.

 

Hoe wordt bepaald waar het basisbeursgeld voor wordt gebruikt?

Hogescholen en universiteiten mogen helemaal zelf bepalen waar ze het geld voor gebruiken. Zo kunnen ze aan opleidingen vragen waar zij geld voor nodig hebben, en die in een plan zetten. Denk bijvoorbeeld aan: extra docenten, extra studieadviseurs, een programma om de overgang tussen middelbare school en de studie makkelijker te maken. Alles mag! Dat plan sturen ze dan naar de minister en dan krijgen ze het geld.

 

Hoe bepalen studenten mee over wat er met het geld gebeurt?

Er is afgesproken dat docenten, studenten en het bestuur van de hogeschool of universiteit samen beslissen wat er met het geld gebeurt. De hogeschool of universiteit beslist samen met de medezeggenschap om dit als geheel te doen, of om dit per opleiding te beslissen. Waar de beslissing ook valt: als student kan je erover meepraten. We hebben afgesproken dat studenten op de hoogte gehouden worden over wat er met het geld gebeurt. Studenten kunnen zelf ook meepraten over hoe het onderwijs beter kan worden. Daarnaast moeten de studenten die in de medezeggenschap zitten het elk jaar opnieuw eens zijn met de plannen voor het geld.

 

Wat merk ik als student van de nieuwe investeringen?

Als student ga je merken dat jouw opleiding de komende jaren elk jaar een stukje beter wordt. Wat je er precies van merkt, hangt af van waar het geld aan besteed wordt. Als er bij jouw opleiding extra docenten nodig zijn, dan kan je opleiding die aannemen. Als dat niet zo is en je wilt liever extra computers, extra studieadviseurs of meer studieruimtes, dan kan jouw instelling ervoor kiezen het basisbeursgeld daarvoor te gebruiken. Het doel van de investeringen is dus om jouw studie écht beter te faciliteren.

Daarnaast word je op de hoogte gehouden door het bestuur van je hogeschool of universiteit over waar het geld naartoe gaat. Zo krijg je een goed beeld van wat er met je basisbeurs gebeurt. Daarnaast krijg je, zoals hierboven ook genoemd, de mogelijkheid om mee te praten over de plannen.

 

Als een hogeschool of universiteit de afspraken over het geld niet haalt, wat dan?

Een hogeschool of universiteit maakt afspraken tussen het bestuur, studenten en docenten over wat ze met het geld willen doen. Dat laten ze weten aan de Minister van onderwijs. Na een aantal jaar checkt de Minister of ze de afspraken gehaald hebben. Daarbij kijkt de Minister niet naar de uitkomst, maar naar de inspanning. Stel, je hebt als doel om meer studenten een goede studiekeuze te laten maken en stelt daarvoor extra studieadviseurs aan. Dan wordt gecontroleerd op het aantal studieadviseurs dat je hebt aangenomen, en niet op het aantal studenten dat een goede studiekeuze maakt.

Heb je de afspraken niet gehaald? Dat betekent dat het College van Bestuur van de hogeschool of universiteit het geld heeft uitgegeven aan iets anders dan ze afgesproken had met studenten en docenten. Als daar een goede reden voor was, bijvoorbeeld dat er geen studieadviseurs beschikbaar waren om aan te nemen terwijl wel goed gezocht is, dan is er niks aan de hand en krijgt de hogeschool of universiteit gewoon het geld.

Als daar geen goede reden voor is, krijgt de hogeschool of universiteit één jaar de tijd om het geld alsnog te besteden aan de dingen die het bestuur afgesproken heeft met studenten en docenten. Gebeurt dat niet? Dan komt een klein deel van het geld niet meer beschikbaar voor het College van Bestuur van die hogeschool of universiteit, maar gaat het rechtstreeks naar de docenten, in de vorm van beurzen om het onderwijs mee te verbeteren. Het is nooit zo dat een College van Bestuur minder geld krijgt hierdoor. Ze krijgen alleen niet méér geld. De opbrengst van het leenstelsel wordt namelijk elk jaar een beetje meer, en het stukje dat verloren kan worden is de oploop van één jaar.

 

Wat vindt de LSVb van de plannen?

De LSVb is tegen het leenstelsel, en wat ons betreft voeren we liever vandaag dan morgen de basisbeurs weer in. Maar nu er toch een leenstelsel is, zijn de gemaakte kwaliteitsafspraken een goede manier om het geld te verdelen. Alle studenten zien namelijk evenveel terug van hun basisbeurs, onafhankelijk van of het College van Bestuur haar afspraken nakomt. Daarnaast krijgen studenten en docenten een belangrijke rol in de beslissing wat er met het geld gebeurt. De medezeggenschap krijgt extra middelen om deze rol goed te spelen. Wij zijn dus erg tevreden.

Wel zijn we ook kritisch. In het verleden is gebleken dat studenten en docenten niet altijd even goed betrokken werden bij dit soort processen, ook niet als dat afgesproken was. Daarom zullen wij zeer kritisch in de gaten houden of dit nu wel goed gaat. Wij roepen leden van de medezeggenschap op om hier zelf ook kritisch in te zijn.

Daarnaast moeten hogescholen en universiteiten ook bezuinigen, als gevolg van de zogenaamde doelmatigheidskorting. Zo wordt het geld van het leenstelsel deels gebruikt om een bezuiniging van de regering te compenseren. Hier verzetten we ons tegen; zo kan de onderwijskwaliteit minder hard stijgen. En sowieso is het geld van het leenstelsel een goed begin, maar is er veel meer geld nodig om de onderwijskwaliteit substantieel te doen stijgen.

 

Ik wil graag meer informatie. Wat nu?

Bel de LSVb! Wij geven je graag per mail of telefonisch meer uitleg. Ook kan er altijd iemand van ons langskomen om te vertellen wat er gebeurt met jouw basisbeurs.