Naast de centrale en decentrale medezeggenschap is er ook inspraak op opleidingsniveau: de opleidingscommissie. In de opleidingscommissie zitten studenten (ook wel student-lid opleidingscommissie genoemd) en docenten van die opleiding. Zij zijn gesprekspartner van de opleidingsdirecteur. In principe worden de leden van een opleidingscommissie met een verkiezing gekozen, tenzij de instelling daarvoor een benoemingsprocedure heeft vastgelegd.
De opleidingscommissie heeft instemmingsrecht op alles wat met de inhoud van de opleidingen te maken heeft, bijvoorbeeld de Onderwijs- en Examen Regeling (OER) en de manier waarop het onderwijs wordt geƫvalueerd. Daarnaast mag de commissie advies uitbrengen over alle aangelegenheden die het onderwijs en de opleiding aangaan. Dit laatste kan dus alles omvatten wat de opleidingscommissie maar ter sprake wil brengen, maar bijvoorbeeld in de vorm van een advies. Daarvoor heeft de commissie recht van advies, recht van informatie en het recht van initiatief. Instemmingsrecht op het gebied van de uitvoering van het onderwijs, bijvoorbeeld personele planning en financiƫn liggen bij de decentrale of centrale medezeggenschapsraad.
De rechten voor de opleidingscommissie zijn geregeld in de Wet versterking bestuurskracht in 2017. Tot 2017 had de commissie slechts recht om advies uit te brengen aan de opleidingsdirectie. Sinds de Wvb van kracht is maakt de opleidingscommissie formeel deel uit van de medezeggenschap. Daarmee zijn de rechten en faciliteitenregeling van de commissie verruimd. Ook erkent de Landelijke Commissie voor Geschillen Medezeggenschap Hoger Onderwijs sindsdien de opleidingscommissie als een partij die een geschillenprocedure kan voeren.
OC-wijzer
Ben je lid van een Onderwijscommissie? Om je op weg te helpen hebben het LOF, SOM en de LSVb de OC-Wijzer geschreven. Lees hier meer over de OC-Wijzer, download hem gratis of bestel de hardcopy.
Deel dit bericht