Landelijke Studentenvakbond

Brief: Beheersing internationale studentenstromen in het hoger onderwijs

vrijdag 28 april 2023

Op 21 april is, na veel uitstel, de brief over Beheersing internationale studentenstromen in het hoger onderwijs uitgebracht. De brief van Minister Dijkgraaf is 26 kantjes lang. Hierin worden de voordelen, maatregelen en elementen over het onderwerp uitgezet. Wat staat er precies in? Hieronder hebben we de belangrijkste zaken op een rijtje gezet.

De situatie

Internationalisering is sterk in beweging. Elk jaar komen er meer internationale studenten bij. De ‘ongeremde’ internationalisering zorgt voor veel druk op de kwaliteit van het onderwijs, studentenhuisvesting en toegankelijkheid voor Nederlandse studenten bij Engelstalige opleidingen. Dit terwijl de internationalisering veel voordeel met zich meebrengt. Voor de student zit er veel waarde in persoonlijke ontwikkeling, interculturele competenties en een brede blik op het vakgebied. Voor het onderwijs is er veel meerwaarde op de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek. Daarnaast kent internationalisering ook toegevoegde waarde voor de Nederlandse kenniseconomie en samenleving. Ten slotte zijn de saldo opbrengsten en kosten van internationale studenten in Nederland op lange termijn positief. Onder andere vanwege de inkomstenbelasting wanneer internationals blijven werken in Nederland. Maar in de CPB-berekening wordt slechts een deel van de kosten en baten meegenomen.

Elementen

Om een betere balans in het stelsel te creƫren, om de nadelen te verkleinen en de veroordelen te vergroten, wordt er naar de volgende punten gekeken.

  • Bekostiging: er gaat gekeken worden naar de financiĆ«le prikkels die hogescholen en universiteiten krijgen om internationale studenten naar Nederland te halen en de noodzaak om deze in te perken.
  • Centrale regievoering: een instantie of groep die de internationalisering goed in de gaten kan houden en de balans kan bewaken tussen positieve en negatieve effecten van de internationalisering.
  • Werving en toegankelijkheid: een onderscheid maken tussen EER-studenten en niet-EER-studenten, doormiddel van de capaciteitsfixus. Dat houdt in dat er gekeken wordt hoeveel plek er is voor studenten.
  • Taal: de Nederlandse taal krijgt meer ruimte in alle opleidingen. Er worden hogere eisen gesteld aan het mogen aanbieden van anderstalige opleidingen.
  • Beter benutten van de voordelen internationalisering: Doorontwikkeling van onderwijsvormen waarin internationalisering een rol speelt en de diplomamobiliteit bevorderen.

Maatregelen

Om deze elementen tot praktijk over te zetten, zijn er de volgende maatregelen.

  • Een centrale regievoering op internationalisering, die ook in de gaten houdt of het onderwijs niet onnodig verengelst. Waarschijnlijk wordt deze gekoppeld aan accreditatie.
  • Aanscherpen kaders voor accreditatie
  • Blijven inzetten op de al ingezette ontwikkelingen op het gebied van internationalisering.

Er komen wettelijke kaders voor:

  • Een capaciteitsfixus voor (anderstalige) trajecten binnen een Nederlandstalige opleiding.
  • Beperkte toelating van niet-EER-studenten bij een capaciteitsgebrek.
  • Het bevorderen van Nederlandse uitdrukkingsvaardigheid bij alle opleidingen, dit ook met de hoop dat er meer internationale studenten blijven na de opleiding.
  • Het verduidelijken van huidige taaleisen.

Standpunten van de LSVb

De capaciteitsfixus is voor alle studenten, maar de prioriteit ligt bij EER-Studenten. In de praktijk kan het ervoor zorgen dat niet-EER-studenten vaker geen plek krijgen bij een opleiding. Studenten zouden niet uitgesloten moeten worden omdat zij buiten Europa komen. Student=Student.

Er zijn veel onduidelijkheden over wat deze maatregelen betekenen voor de bekostiging van het onderwijs en hoe dat gaat zorgen voor een grip op de internationalisering.

Volgens de brief moet er een centraal toezichtsorgaan komen die de internationalisering in de gaten houdt. Dit wordt waarschijnlijk gekoppeld met accreditatie. De vraag of dit toezichtsorgaan de ontwikkelingen goed in de gaten kan houden, blijft onbeantwoord.

Tenslotte: hoewel de Nederlandse taal versterkt mag worden in het Hoger onderwijs, is het van belang dat de Nederlandse en Engelse taal naast elkaar mag bestaan, met ruimte voor maatwerk.