Den Haag, 17 september 2019 – Vandaag presenteerde het kabinet de nieuwe Rijksbegroting en de Miljoenennota 2020, waaruit blijkt dat het hoger onderwijs in 2020 geen extra investeringen ontvangt. Dit terwijl de signalen uit het veld duidelijk zijn: de bekostiging per student daalt jaren achter elkaar, collegezalen puilen uit en de werkdruk van het hoger onderwijspersoneel is onacceptabel hoog volgens de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). LSVb-voorzitter Alex Tess Rutten: “Het hoger onderwijs is echt toe aan investeringen. Het kabinet wil hoger onderwijs en onderzoek van topkwaliteit, maar is niet bereid ervoor te betalen. We roepen het kabinet op om zo snel mogelijk serieus te gaan investeren in ons hoger onderwijs.”
Ondanks dat minister Van Engelshoven stelt dat zij met de beleidsmaatregelen voorgesteld door Van Rijn wil zorgen voor minder concurrentie, laat de Miljoenennota zien dat het kabinet ervoor kiest geen extra geld te investeren in de alfa, gamma en medische wetenschappen. De bezuinigingen in deze velden worden dus in stand gehouden. Hierdoor komen zowel de onderwijskwaliteit als de toegankelijkheid van deze velden in het geding. In de Miljoenennota staat dat er extra wordt geïnvesteerd in het voor iedereen gelijk maken van het onderwijs en dat hier extra middelen voor worden vrijgemaakt, terwijl er in werkelijkheid niet alleen geen extra middelen worden vrijgemaakt maar er zelfs wordt bezuinigd. Ook wordt nog steeds gekort op de lumpsum.
Ook speelt het kabinet verstoppertje met studenten nu de beoogde renteverhoging op studieschulden van tafel is. Dit wetsvoorstel, dat vanaf 2025 inkomsten gegenereerd zou hebben voor de staatskas, oplopend tot structureel 226 miljoen in 2060, is vanwege grote weerstand in juni teruggetrokken door minister Van Engelshoven. Uit de Miljoenennota blijkt nu echter dat het kabinet voornemens is deze 226 miljoen alsnog te verhalen op de hoger onderwijsbegroting, ditmaal door direct te korten op de bekostiging van hoger onderwijsinstellingen. Hierdoor krijgen studenten de bezuiniging indirect alsnog op hun bord: hoewel zij nu niet meer rente hoeven te betalen over studieleningen, wordt eenzelfde bedrag nu bezuinigd op de onderwijskwaliteit. De 226 miljoen zou ten goede zou zijn gekomen aan het verbeteren van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in den brede. Het vullen van dit gat, na het terugtrekken van de maatregel, zou dan ook niet moeten gebeuren door alsnog te bezuinigen op hoger onderwijs maar moet gezocht worden bij de overheidsfinanciën in den brede.
Daarnaast spreekt het kabinet herhaaldelijk over een investeringsfonds voor onder andere kennisontwikkeling. De studentenorganisaties waarschuwen dat eventuele investeringen uit dit fonds niet gezien mogen worden als een vervanging van de broodnodige investeringen die het hoger onderwijs nodig heeft. Bovendien moeten deze fondsen de kennisontwikkeling in alle wetenschappelijke sectoren ten goede komen en niet selectief worden besteed. ISO-bestuurslid Eline van Hove: “Er moet nodig achterstallig onderhoud worden gepleegd in het hoger onderwijs. Het investeringsfonds biedt de kans om dit eindelijk recht te trekken.”
Deel dit bericht