Landelijke Studentenvakbond

50 miljoen blijft op de plank liggen voor studenten met een arbeidsbeperking

Persberichten - woensdag 19 december 2018

Uit een naar de Kamer gestuurde rapportage van Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat er van de 53 miljoen die er in de jaren 2015-2017 beschikbaar was voor studenten met een arbeidsbeperking 50 miljoen op de plank is blijven liggen. Voorzitter Carline van Breugel: “Het is ongelooflijk dat deze studenten die juist een steuntje in hun rug nodig hebben, niet het geld krijgen waar ze recht op hebben.”

“Het is ongelooflijk dat deze studenten die juist een steuntje in hun rug nodig hebben, niet het geld krijgen waar ze recht op hebben.”

Vanochtend bleek uit ons eigen rapport naar de Individuele studietoeslagen al dat het nog steeds afhankelijk is van de gemeente waar je woont hoeveel toeslag een student met een arbeidsbeperking ontvangt. Zo ontvangen studenten in Heerlen bijvoorbeeld 10 keer minder (€31 euro p.m.) dan studenten in Zwolle (€310 p.m.). Gemiddeld ontvangen studenten ruim minder dan de helft van het maandbedrag waar ze binnen de Wajong studieregeling recht op hadden. Van Breugel: “Het mag duidelijk zijn dat gemeenten de verantwoordelijkheid voor deze regeling niet kunnen dragen. Daarom moet de overheid de Individuele studietoeslag weer landelijk organiseren. Zo wordt iedereen gelijk behandeld en kunnen we studenten met een arbeidsbeperking eindelijk geven waar ze recht op hebben”.

Dat er veel geld is blijven liggen komt, naast de grote verschillen in hoogte, doordat de Individuele studietoeslagen veel strengere criteria hanteert dan de Wajong studieregeling. De groep die in aanmerking komt voor de regeling is daardoor verkleind. Daarnaast was de studieregeling van de Wajong toegankelijker: de studieregeling verliep toen nog bijna automatisch, nu moeten studenten die apart aanvragen. Daarnaast verschilt de procedure voor het aanvragen van de Individuele studietoeslagen per gemeente en is soms erg complex. Tot slot zijn studenten amper op de hoogte van de regeling. Slechts 3% van de studenten op het mbo geven aan goed op de hoogte te zijn van deze regeling. Onze verwachting is dat dit op het hoger onderwijs niet heel anders is.