Utrecht, 24 februari 2017 – Er moet meer aandacht komen voor de rechtspositie van studenten die een pre-master volgen en het is problematisch dat universiteiten deze trajecten uit eigen zak betalen. Dat concludeert het rapport ‘Schakelen tussen bachelor en master in het hoger onderwijs’ dat minister Bussemaker vandaag naar de Kamer stuurde. Er is ook goed nieuws: uit het onderzoek blijkt dat schakelstudenten tevreden zijn over het onderwijs dat zij krijgen en zij doen het in de master net zo goed als de andere studenten. Studentenorganisaties LSVb en ISO en de VSNU roepen de politiek op meer geld beschikbaar te stellen. LSVb-voorzitter Jarmo Berkhout: “Veel politieke partijen benadrukken het belang van gelijke kansen en de mogelijkheid om verder te kunnen studeren. Wij zeggen tegen hen: put your money where your mouth is.”
Uit het rapport blijkt dat naar schatting een derde van de schakelstudenten ingeschreven staat als contractstudent. Daardoor hebben zij geen recht op studiefinanciering en ov-kaart. Het levert ook regelmatig problemen op met studentenhuisvesting. Jan Sinnige, voorzitter van het ISO: “Als je een schakeltraject volgt, ben je net zozeer student als elke andere student. Zij verdienen op zijn minst gelijke en volwaardige rechten.”
De universiteiten vinden het belangrijk om hbo’ers de mogelijkheid te bieden door te stromen naar de universiteit. Ook bieden ze wo-studenten die een master willen volgen in een andere richting dan hun bachelor de kans om zich via een schakelprogramma bij te spijkeren. De overheid stelt hier nu geen geld voor beschikbaar, wat de universiteiten volgens het rapport zo’n 41 miljoen euro per jaar kost. Dat gaat ten koste van het budget voor het reguliere onderwijs. VSNU-voorzitter Karl Dittrich: “Gezien het maatschappelijk belang van doorstroming in het onderwijs is een gerichte bekostiging van schakelprogramma’s niet meer dan logisch.”
Deel dit bericht