Landelijke Studentenvakbond

Ondoordachte huurwetgeving raakt vooral studenten

Persberichten - dinsdag 02 februari 2016

Vanavond bespreekt de Tweede Kamer de Wet doorstroming huurmarkt. Deze wet maakt onder andere een tijdelijk huurcontract van vijf jaar voor onzelfstandige woonruimte mogelijk. De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) is van mening dat dit voorstel ondoordacht wordt ingevoerd en zijn doel voorbij schiet. LSVb-voorzitter Stefan Wirken: “Dit tijdelijke huurcontract wordt bijna terloops ingevoerd in het kader van de verhoogde asielinstroom. Over de gevolgen voor studenten lijkt niet te zijn nagedacht.”

De Wet doorstroming huurmarkt bestaat uit een verzameling uiteenlopende voorstellen voor wijzigingen in de huurwetgeving. Een onderdeel daarvan is de invoering van een tijdelijk contract voor één jaar voor zelfstandige woonruimte. Minder bekend is echter dat ook voor onzelfstandige woonruimte (kamers) een nieuwe tijdelijke contractvorm wordt ingevoerd die voor een termijn van maximaal vijf jaar kan worden gebruikt. Uit de toelichting bij de wet blijkt dat deze nodig is om op korte termijn onderdak te regelen voor het grote aantal asielzoekers en statushouders. Bij de uitwerking van de tijdelijke contracten blijkt echter dat de wet niet voor een beperkte groep wordt ingevoerd, maar voor iedere kamerbewoner kan worden gebruikt. De verwachting is daarom dat veel studenten hiermee te maken zullen krijgen.

De LSVb maakt zich zorgen dat studenten naast campuscontracten en, bijvoorbeeld, antikraak-contracten, nu met nog meer tijdelijke huurcontracten te maken krijgen. Dit is vooral een probleem, omdat deze nieuwe contracten niet gebonden zijn aan een bepaalde doelgroep of type pand. De verhuurder hoeft niet te motiveren waarom geen gebruik kan worden gemaakt van een contract van onbepaalde tijd en krijgt dus alle ruimte om voor een tijdelijk contract te kiezen.

Verder is de LSVb van mening dat het wetsvoorstel niet goed doordacht is. Verschillende onderdelen en waarborgen van het éénjarige contract lijken, bijvoorbeeld, gekopieerd te zijn naar de vijfjarige variant, zonder oog te hebben voor het verschil in tijdsduur. Zo zijn beide contracten niet tussentijds door de huurder te beëindigen. Wirken: “Bij een éénjarig contract valt dit misschien te overzien, maar vijf jaar vast zitten aan een huurcontract lijkt ons zeer onwenselijk.” Ook wordt, om tegemoet te komen aan de angst dat tijdelijke contracten als proefperiode worden gebruikt, de bezwaarperiode richting de huurcommissie verlengd van zes naar achttien maanden. Wirken: “Dat is een heel goed idee voor éénjarige contracten, omdat huurders dan kunnen wachten tot ze een contract voor onbepaalde tijd hebben voor ze bezwaar maken tegen een te hoge huurprijs. Bij contracten die maximaal vijf jaar duren biedt dit echter geen oplossing.”

Hoewel de LSVb veel bezwaren heeft bij de manier waarop de tijdelijke contracten zijn vormgegeven, zijn er ook kansen. Voor internationale studenten die tijdelijk in Nederland studeren zou het tijdelijke huurcontract een uitkomst bieden. Bij de contracten die op dit moment voor uitwisselingsstudenten worden gebruikt gelden, bijvoorbeeld, geen maximumhuurprijzen. Dat is bij de nieuwe tijdelijke contracten wel het geval. Wirken: “Wij zouden graag zien dat de problemen voor internationale studenten worden opgelost, maar helaas worden er met het wetsvoorstel zoals het nu voorligt ook een hoop nieuwe problemen gecreëerd.”

De Landelijke Studentenvakbond ziet mogelijkheden om het wetsvoorstel te verbeteren en roept de Kamer dan ook op dit te doen. Wirken: “Zorg dat een tijdelijk contract alleen gebruikt mag worden in situaties die ook echt tijdelijk van aard zijn. Daarnaast zou het beter zijn om de tijdelijke contacten voor onzelfstandige woonruimte, net als bij zelfstandige woonruimte, maximaal één jaar te laten duren.”